Speelruimtebeleid
Beleidsdocument
Het beleid staat in de nota Spelen in je eigen buurt (pdf, 5 MB).
Wat wil de gemeente en waarom?
Buiten spelen is belangrijk voor opgroeiende kinderen. Ze leren er samen spelen en ze ontwikkelen kracht en lenigheid in hun lichaam.
We willen dat elk kind in de buurt van zijn woning buiten kan spelen. In een ingerichte speeltuin of op een andere veilige plek, zoals een grasveld of plein. Binnen 200 meter moet elk kind zo’n plek kunnen bereiken. Zonder een drukke straat over te hoeven steken.
We willen dat de speelruimte gevarieerd en uitdagend is ingericht. Op die manier is er voor alle leeftijden en verschillende interesses iets te doen. Klimmen, klauteren, op de glijbaan, met water spelen, verstoppen tussen het hoge gras of juist lekker voetballen: overal moet een plek voor zijn.
Wat doet de gemeente?
We hebben van elke wijk een overzicht van de speelruimte gemaakt. Dit noemen we een wijkspeelruimtescan. Een speelruimtescan is een onderzoeksrapport. Het is geen lijst met uitvoeringsprojecten.
We meten of er voldoende speelruimte is voor elke doelgroep, en op korte afstand van waar kinderen wonen. De scans maken we met collega-organisaties en vertegenwoordigers van de bewoners. De scan laat zien of er genoeg speelruimte is en of de kwaliteit goed genoeg is. Sommige speelplekken moeten worden aangepast aan de wensen en leeftijd van de kinderen die er vlakbij wonen. Op sommige plekken is misschien helemaal geen speelplek. Per wijk maken we een lijst met voorstellen voor verbetering. Er is budget om speelplekken op te knappen.
Plekken waar de meeste behoefte aan is, pakken we het eerst aan. Samen met omwonenden, het wijkbureau en afdeling Beheer en Onderhoud maken we een plan om de speelplek aan te pakken. We streven ernaar alle knelpunten in de openbare speelruimte op te lossen.
De speelruimtescans kunt u opvragen via speleninjebuurt@utrecht.nl. Bewoners krijgen bij uitvoeringsprojecten in hun buurt altijd informatie, bijvoorbeeld via een wijkbericht.
Aan welke regels toetst de gemeente?
We gebruiken een ruimtelijke standaard voor spelen en sporten in de openbare ruimte. Dit noemen we de ‘speelruimtenorm’:
- We streven naar minimaal 5% van de openbare ruimte voor spelen en sporten. We houden hierbij rekening met de manier waarop een wijk gebouwd is.
- In elke speelbuurt moet voldoende speelruimte zijn. Een speelbuurt is een gebied waar kinderen tussen de 6-12 jaar zonder toezicht mogen spelen. Van elke wijk maken we een kaart met de speelbuurten.
- We werken met ‘blokplekken’ (speelplekken voor het omliggende woonblok) van 500 m2. Deze plekken zijn vooral ingericht voor jonge kinderen. Daarnaast maken we buurtplekken van 3000 m2, waar de hele buurt, jong en oud, welkom is. Sporten kan hier vaak ook.
- We maken ook losse sportplekken waar mensen kunnen sporten en bewegen. Voor kinderen van alle leeftijden en voor volwassenen. We gebruiken 7 regels bij het maken van sport- en beweegplekken in de openbare ruimte. Bekijk de 7 regels
- Kinderen mogen ook in het groen spelen. Behalve als het groen daardoor onherstelbaar beschadigt. Daarom mogen kinderen geen boomhutten bouwen.
Met de speelruimtenorm zorgen we voor genoeg speelruimte in nieuwbouwgebieden. Bij ontwikkelingen in de bestaande gebieden is er een inspanningsverplichting. Dit betekent dat de stedenbouwkundigen en de ontwikkelaars zich inspannen om ervoor te zorgen dat het gebied aan de norm voldoet.
Meer informatie
Meer informatie over alle nieuwe speelplekken die we willen maken of speelplekken die wij verbeteren staat op de pagina over speeltuinen en speelplaatsen.
Relatie met ander beleid
Het speelruimtebeleid heeft een relatie met de volgende beleidsvelden: